Over Levitus

Vooral administratieve en controlerende beroepen, zoals die van belastingadviseur of secretaresse, lopen het risico overgenomen te worden door robots. Dat blijkt uit recent onderzoek van de Universiteit van Oxford. Hoe zorgt u ervoor dat u uw brood blijft verdienen in een digitaliserende branche? En hoe zorgt u ervoor dat u onderscheidend blijft? Iedere maand ziet u hier de visie van iemand uit het vakgebied. Deze maand zijn dat vader en dochter Levitus van Levitus Belastingadviseurs.

‘Wij onderscheiden ons van de grijze massa door ons specialisme’

Intro

Hugo Levitus begon in de jaren ’80 met zijn eigen bedrijf Levitus Belastingadviseurs. Later kwam daar zijn vrouw bij en nu uiteindelijk ook hun dochter Inger Levitus. Wat begon als een zzp-bedrijf, is uitgegroeid tot een succesvol familiebedrijf in Naarden. Het geheim van hun succes? ‘Je moet altijd op tendensen inspelen, je specialiseren en onderscheiden.’

Vakgebied wordt complexer

In een voormalig winkeltje in Naarden, zit nu het kantoor Levitus. Vader en dochter zijn merkbaar trots op elkaar. ‘Het vak belastingadviseur wordt steeds complexer’, zegt Hugo. Om de Levitus’en uit elkaar te houden in dit interview, noemen we ze bij de voornaam. ‘Voorheen was het gemakkelijker om een allrounder te zijn, nu zie je dat er steeds meer specialisten komen; op gebied van btw, vennootschapsbelasting, inkomstenbelasting. Er wordt veel gevraagd van de huidige generatie.’ ‘Maar mijn vader kan op alle vlakken adviseren’, zegt Inger. ‘Onze klanten verwachten dat eigenlijk ook, maar ik kan dat nog niet. Maar gaandeweg leer ik steeds meer en wordt het ook steeds leuker.’ ‘Ik mag dan wel meer kilometers hebben gemaakt, maar ook ik leer nog iedere dag’, zegt Hugo.

Groeiend bedrijf

Hugo zijn carrière begon in 1975, niet als bakker zoals hij graag wilde, maar als belastingadviseur. Toen hij merkte dat hij meer wist dan zijn baas, begon hij in ‘81 voor zichzelf. In een klein ziekenhuis in Amsterdam startte hij als externe adviseur. Maar door de toenmalige crisis moesten de kleine ziekenhuizen van de overheid sluiten. ‘Ik had inmiddels wel een cliëntenbestand opgebouwd, dus kon goed volledig zelfstandig gaan werken.’ ‘Zijn kantoor was bij mij in de slaapkamer’, zegt Inger. ‘We hadden de kamer doormidden gedeeld, afgescheiden met een groot gordijn.’ ‘Mijn klantenbestand en werkzaamheden groeiden en groeiden. Dat kon op een gegeven moment echt niet meer thuis’, zegt Hugo. Dus zes jaar later verhuisde zijn kantoor naar een aparte, echte kantoorruimte. Dat Inger bij hem in het bedrijf kwam werken, was in eerste instantie helemaal geen logische stap. ‘Ik heb twee kunstacademies gedaan en was als zelfstandig kunstenaar begonnen’, vertelt Inger. ‘Maar er viel tijdens de crisis als kunstenaar niet veel te verdienen. Ik had verschillende bijbanen met onregelmatige werktijden. Toen vroeg ik of ik mijn vader een middagje kon helpen. Dat hield voornamelijk ‘supplementjes’ opruimen in. Een middagje werd een hele dag en nu zit ik uiteindelijk ook achter de computer en sta ik klanten te woord. Ik wist niet dat het vakgebied zo breed was, het is altijd in beweging.’ Inmiddels heeft ze een fiscale basisopleiding achter de rug en leert ze gaandeweg het vak steeds beter.

Klanten werven

Het cliëntenbestand van Levitus omvat voornamelijk zzp’ers in de zorgsector. Niet geheel verwonderlijk door de start van Hugo in een ziekenhuis. In de jaren ’90 zaten daar ook trainers en de omroep bij, maar trainingen concentreren zich meer online en de omroepers zijn in dienst getreden waardoor enkel de cliënten uit de zorg overbleven. Een deel van het klantenbestand is met Hugo meegegroeid en bereikt nu de pensioengerechtigde leeftijd. ‘Een heel interessante kwestie om over te adviseren overigens’, zegt Hugo. Maar hoe gaat zijn dochter straks verder? ‘Er is inmiddels een mooie leeftijdsmix ontstaan’, zegt Inger. ‘En er is een natuurlijke flow: er komen nieuwe zzp’ers bij in de zorg die via mond-tot-mondreclame bij ons terecht komen en er gaan weer mensen weg. In het begin kon ik het me best aantrekken als klanten weggingen, maar inmiddels weet ik dat aantal klanten in balans blijft. En dat is goed.’ ‘We hebben eigenlijk nooit gebrek aan klanten’, zegt Hugo. ‘Toch heb ik me er wel mee bezig gehouden om actief nieuwe klanten te benaderen’, vervolgt Inger. ‘Zo heb ik bijvoorbeeld een Facebookpagina opgezet. Daarnaast geven we lezingen om startende ondernemers te informeren over wat er allemaal komt kijken bij ondernemerschap en over de Wet DBA. Daar volgen ook nieuwe klanten uit.’

Concurrentie

‘Soms komen er klanten die zeggen dat het kantoor bij hun op de hoek goedkoper is’, zegt Inger. ‘Alleen tijdens de crisis hebben we ons tarief aangepast, maar anders doen we dat niet. Wij weten voor welke kwaliteit en kennis we staan, welke investeringen we doen en daar hangt een prijskaartje aan. We zien daarom gebeuren dat mensen uiteindelijk toch klant bij ons worden.’ ‘We hebben een bepaalde specialisatie’, zegt Hugo, ‘en zijn ook een beetje een autoriteit op dat gebied geworden, mede doordat niet veel adviseurs zich specialiseren in de zorg.’ ‘Voor de zorg gelden bepaalde wetten die in andere branches niet van toepassing zijn’, vult Inger aan. ‘We hebben daardoor niet echt te maken met harde concurrentie, er is zelfs ook sprake van samenwerking’, zegt Hugo. ‘Neem bijvoorbeeld de afschaffing van de VAR en de invoering van de Wet DBA. Wij zijn in een vroeg stadium begonnen met het uitzoeken wat dit betekent voor onze cliënten en zijn met een aantal cliënten een rechtszaak begonnen. Met succes. Andere kantoren verwijzen hun cliënten op dat gebied dan ook naar ons door, aangezien wij er meer ervaring mee hebben. Als je je onderscheidt en een specialisme hebt, werkt dat als een aanzuigingskracht.’

Inspelen op tendensen

‘Soms komen er klanten die zeggen dat het kantoor bij hun op de hoek goedkoper is’, zegt Inger. ‘Alleen tijdens de crisis hebben we ons tarief aangepast, maar anders doen we dat niet. Wij weten voor welke kwaliteit en kennis we staan, welke investeringen we doen en daar hangt een prijskaartje aan. We zien daarom gebeuren dat mensen uiteindelijk toch klant bij ons worden.’ ‘We hebben een bepaalde specialisatie’, zegt Hugo, ‘en zijn ook een beetje een autoriteit op dat gebied geworden, mede doordat niet veel adviseurs zich specialiseren in de zorg.’ ‘Voor de zorg gelden bepaalde wetten die in andere branches niet van toepassing zijn’, vult Inger aan. ‘We hebben daardoor niet echt te maken met harde concurrentie, er is zelfs ook sprake van samenwerking’, zegt Hugo. ‘Neem bijvoorbeeld de afschaffing van de VAR en de invoering van de Wet DBA. Wij zijn in een vroeg stadium begonnen met het uitzoeken wat dit betekent voor onze cliënten en zijn met een aantal cliënten een rechtszaak begonnen. Met succes. Andere kantoren verwijzen hun cliënten op dat gebied dan ook naar ons door, aangezien wij er meer ervaring mee hebben. Als je je onderscheidt en een specialisme hebt, werkt dat als een aanzuigingskracht.’

Inspelen op tendensen

Hugo heeft zijn dochter meegegeven dat je altijd moet inspelen op tendensen. Op die manier blijf je bij en actueel. ‘Ik heb het geluk dat ik de veranderende signalen vroeg oppak’, zegt Hugo. Een tendens kan veranderende wetgeving zijn, zoals de Wet DBA. ‘Wij gidsen actief onze klanten de juiste kant op, zodat ze op tijd in de juiste trein zitten. Niet alle klanten zijn even gewillig, maar we merken wel dat steeds meer klanten het van ons aannemen en ons advies opvolgen. Dat is leuk, een teken dat we ons hebben bewezen.’ Een andere tendens is de digitalisering. ‘Neem bijvoorbeeld het elektronisch deponeren bij de Kamer van Koophandel’, vervolgt Hugo. ‘Dat vergt wel wat uitzoekwerk wat naast je eigenlijke werk komt. In het begint rommelt het wat, maar zodra je het goed op de rit hebt, heb je er veel profijt van. Het is cliché, maar je moet echt naar je klanten luisteren om te horen wat ze willen en je daar op aanpassen.’

Toekomst Levitus

Als het aan Hugo ligt, gaat hij nog zeker twintig jaar door. Ondanks dat hij nu ook al de pensioengerechtigde leeftijd heeft bereikt. ‘Dit vak kun je tot op hoge leeftijd uitoefenen en zo lang ik één en één van elkaar kan onderscheiden, blijf ik dit doen.’ Inger staat voor een keuze: haar vader opvolgen en zich verder ontwikkelen in dit vak, of toch terug naar haar kunstrichting met grafisch tekenen. ‘Als ik het aankan, wil ik het op een zeker moment graag van mijn vader overnemen’, zegt Inger. ‘Ik zou het mooi vinden als ze het doet, maar ze moet haar hart volgen’, sluit Hugo af.